maandag 19 augustus 2024

Paella, geen Paella, Arroz con Coasa


Ergens op internet las ik dat je je gerecht geen Paella mag noemen als het niet volgens het juiste recept gemaakt is. De originele Paella Valenciana bestaat uit kip, konijn en Garrofon bonen, een lokale Valenciaanse boon en Spaanse rijst.

Natuurlijk mag je rijst maken met wat je maar wilt, maar noem het geen Paella, maar bijvoorbeeld Arroz con Cosas (rijst met dingen). 

Dat vind ik leuk, dus die houden we er in. Ik gebruik wel echte Spaanse paellarijst, er is 1 soort verkrijgbaar bij de supermarkt en die is prima, van Antonio Sotos:

Arroz con Cosas,  voor 8-10 personen

1 pak Spaanse rijst (500 g)

1 liter groentebouillon (ik had zelfgemaakte bouillon van groenteresten plus een gemalen norivel)

2 rode uien, gesnipperd

2 rode en 1 gele paprika, in stukjes gesneden

1 blik tomatenblokjes

400 g snijbonen, in schuine stukjes gesneden

250 g doperwten (diepvries)

1 blikje limabonen

3 el olijfolie

5 teentjes knoflook, uit de knijper

3 plukjes saffraan, geweekt in heet water

2 tl (gerookt) paprikapoeder

½  tl chili vlokken

peper en zout

2 takjes rozemarijn

potje gegrilde artisjok in olie


Verwarm de bouillon.

Verhit de olijfolie in een pan en fruit de ui een aantal minuten en voeg dan de paprikastukjes toe.
Roerbak enkele minuten. Voeg knoflook toe, paprikapoeder en de tomatenblokjes, laat even inkoken.

Voeg de snijbonen en erwten toe, saffraan met weekwater en chilivlokken. Strooi de rijst erbij en roer goed door. Giet ongeveer de helft van de bouillon erbij, zet het vuur hoog en breng aan de kook. Zorg dat alle rijst onder het vocht verdwijnt. Laat ongeveer 10 minuten koken.

Zodra het meeste vocht is opgenomen, voeg je de rest van de bouillon toe, en de uitgelekte limabonen, laat op laag vuur ongeveer 10 minuten koken. Leg de takjes rozemarijn erin.

Als de rijst gaar is, verwijder de rozemarijntakjes en proef of er nog peper en zout bij moet.

Snij de artsjokken uit het potje in kleinere stukken en verdeel over de pan. Dek af en laat vijf minuten rusten.

Als grapje had ik het gegarneerd met gefrituurde vegan ‘garnalen’, die best lekker smaakten.