Toen ik van de week thuiskwam was er commotie in een straatje bij mij om de hoek. De ruit naast de kapsalon zat vol bijen. In paniek werd de gemeente gebeld, die weer naar een imker belde.
Deze vrouw in ‘bijenpak’ was al ter plaatse en had de koningin al te pakken en de bijen volgden al snel. Hoewel ik het eng vond zo tussen die zwermende bijen te staan, vond ik het ook fascinerend.
De bijen kwamen van het dakterras van de tegenoverliggende woning, de bewoner daar heeft ‘leasebijen’. Het was vreemd dat ze nog eens waren gaan zwermen, maar het was sowieso een raar bijenjaar, volgens de imker.
Terwijl steeds meer bijen het korfje invlogen, ging er een op m’n voet zitten. Met kloppend hart, maar zonder te bewegen wachte ik tot hij weer wegvloog. Vond ik wel stoer van mezelf!
Ondertussen vroeg ik aan de imker of die bijen op zo’n terras wel voldoende voedsel kunnen vinden. Ze antwoorde dat er in de binnenstad meer dan genoeg voedsel voor de bijen was, met het grote voordeel dat het zonder landbouwgif was.
De kapster dacht dat ik nu zeker ook wel een bijenkast op m’n terras zou willen. Nah, toch maar niet,
Toen de bijen allemaal in het korfje zaten ging er een laken omheen, stapte de imker op haar fiets en reed weg met haar zoemende pakket.