Inmiddels is het mijn lievelingsvogel en elk jaar kijk ik uit naar hun komst in april. Wij zeggen wel eens, het zijn eigenlijk geen vogels, het zijn magische wezens. Men zei altijd dat ze op Koninginnedag terugkeren, maar eigenlijk was het een dag eerder, op mijn verjaardag. Tegenwoordig komen ze nog eerder.
Een aantal jaar geleden hadden we een nestje, er was een iets weggezakte pan op ons dak en in die minuscule ruimte werden jonge gierzwaluwen grootgebracht. We hoorden ze piepen. Helaas is dat maar bij een keer gebleven.
De afgelopen dagen speurde ik de hemel af of ik ze al zag. Vanavond aten we op het dakterras en hadden het erover. En opeens riep Mijn Architect: daar zijn ze! Inderdaad, vier stuks vlogen in duizelende vaart rechtboven ons en we hoorden het bekende srie srie.
Gek dat je daar zo blij van kunt worden. Daarentegen ben ik ook altijd wat bedrukt als ze weer verdwijnen. Hoewel het nog vroeg in de zomer is, lijkt het of de zomer dan alweer voorbij is, en missen we ze.
Inmiddels weet ik dat ze maar zo’n honderd dagen blijven en dan weer samen met hun jongen naar Afrika vertrekken. Maar nu eerst nog drie maanden genieten.