zaterdag 21 mei 2011

Wat een zakken ...



… sommige mannen bedoel ik dan. Als ik op station Rotterdam mijn aansluiting mis, wat regelmatig gebeurt, ga ik bij bruna even tijdschriften lezen. Op de cover van het blad Zin stond de intrigerende zin: ‘Mijn vrouw verandert zo door de overgang’, en dat maakte me nieuwsgierig. Toen ik het gelezen had was ik zo boos, dat ik het tijdschrift kocht om er op te kunnen reageren.
Ik heb het artikel een beetje samengevat:
Het gaat over Jan en Josje. Josje zit in de overgang en volgens haar man Jan klaagt en zeurt ze zo erg dat hij er wel een beetje klaar mee is.

Ze zijn dit jaar 25 jaar getrouwd en Josje heeft opeens geen zin meer om een groot feest te geven, al die rompslomp, dat opgelegd pandoer. Geforceerd gezellig doen met familieleden met wie je eigenlijk niks hebt.
Jan is erg teleurgesteld: want ik vind het leuk voor onze drie kinderen om te vieren dat wij tenminste nog gelukkig getrouwd zijn. Meer dan de helft van onze vriendenkring is gescheiden. Dus tegenwoordig mag je er best trots op zijn als je huwelijk stand houdt.
Maar Josje werd twee jaar geleden 50 en zag daar erg tegenop. Ze is een sportieve, sterke energieke vrouw. Tenminste, dat was ze. Ik heb haar in het afgelopen jaar geleidelijk aan zien veranderen in een zwaarmoedige, tobberige vrouw. Ze klaagt dat ze zo vaak struikelt, en onhandig is. Ze gaat volledig uit haar dak, helemaal overstuur door, in Jans ogen, triviale dingen.
Omdat ze haar kniebanden heeft verrekt sport en fietst ze niet meer en is vijf kilo aangekomen, klaagt dat haar figuur verandert en favoriete broeken niet meer passen.
Ik had nooit gedacht dat ik nog eens verbaasd naar haar zou kijken met de gedachte: je begint onaantrekkelijk te worden. En hadden we nog maar goede sex, maar nee, dat staat op een zeer laag pitje. Ze heeft er geen zin meer in. Kan niet meer opgewonden raken en zegt dat het pijn doet.
Ik vind het wel rot voor haar als ze ’s nachts een ander nachthemd aantrekt omdat ze drijfnat wakker is geworden. Maar ja, wat kan ik daar aan doen? Dat schijnt bij de overgang te horen.

Hij hoort een gesprek tussen Josje en een vriendin, die elkaar volgens hem totaal in de put praatten. Over steken in borsten, haaruitval, gebrek aan concentratie en opvliegers.
Josje zei op een gegeven moment dat ik haar het idee gaf dat ze zich aanstelde. Jan heeft zich beheerst, er niets over gezegd en op zijn fiets gestapt.

Inderdaad: ik vind dat ze zich aanstelt. Tot op zekere hoogte begrijp ik haar ongemakken.
Als ik haar soms naast me in de auto zie zitten met de zweetdruppels op haar bovenlip en de rode vlekken in haar nek, heb ik met haar te doen.

Jan werkt met veel vrouwen en heeft meerdere collega’s door deze fase zien gaan. Ze doen er niet moeilijk over en maken het niet nog erger.
Josje wel, ze laat haar hele leven erdoor beïnvloeden en dat van mij en de kinderen ook. Nu lijden we allemaal onder haar overgangsproblematiek.
Ik heb mijn moeder en oudere zus er nooit over gehoord. Sterker nog: zij hebben gezegd dat hun leven pas na hun 50ste leuk is geworden.
Hij zou Josje ook zo willen horen praten. Hij eindigt met: Ik verlang zo naar mijn oude positieve en vertrouwde kameraadje.

Ik zou Jan willen zeggen:  Vrouwen kiezen niet voor de overgang, of grijpen dat aan om eens lekker te gaan zeuren. Vrouwen kunnen zeuren, net als mannen overigens, maar jouw houding naar je vrouw toe helpt niet echt. Natuurlijk hoor je collega’s, zussen of moeders niet over overgangsklachten. Ze kijken wel uit. Nee, hoor, nergens last van. Kijk dat mannen geen begrip hebben is tot daar aan toe, dat vrouwen elkaar amper steunen, vind ik kwalijk, maar dat echtgenoten hun vrouwen niet steunen en vinden dat ze zich aanstellen, vind ik onverteerbaar.

In Het eigenwijze vrouwenboek, de overgang bewust beleven staat deze uitspraak van Adelheid Roosen, die tegen haar vriend zei: WIJ zijn in de overgang. Niet IK.

Ik zou ook geen zin meer in seks hebben met een man die denkt dat ik me aanstel, mij niet steunt en mij niet meer aantrekkelijk vindt. Jan wil zo graag hun 25 jarig huwelijk vieren om te laten zien dat ze nog gelukkig getrouwd zijn.

Ga vooral zo door Jan, maar of je de 26 jaar dan haalt? Of ga haar steunen, laat zien dat je ondanks dit gedoe van haar houdt (weet je nog Jan ... in voor- en tegenspoed), help haar, geef haar er desnoods een boek over. Denk mee aan oplossingen, in plaats je te ergeren. Er zijn overgangsconsulenten, middeltjes en boeken. Verdiep je er ook eens in. Ook zij verlangt waarschijnlijk naar haar oude kameraadje. Laat haar weten dat jullie je er samen wel doorheen slaan. Geloof andere vrouwen niet als zij zeggen dat zij nergens last van hebben. En vraag hoe ze jullie trouwdag dan wel zou willen vieren. Er zijn heel veel leuke dingen te bedenken, in plaats van een groot familiefeest.

En pas op Jan, er zijn ook mannen die in deze leeftijdsfase opeens raar gaan doen, het heel moeilijk kunnen krijgen.
Ben je zelf nog wel zo aantrekkelijk, ben je zelf ook niet wat zwaarder geworden? Hormonen zijn rare dingen, het is een sprookje dat alle vrouwen in de overgang geen zin meer in seks hebben, het kan morgen opeens compleet omgedraaid zijn. Het schijnt dat de meeste vrouwen die vreemd gaan, of daar over denken, vrouwen in de overgang zijn!

Ik ben zelf een bevoorrecht mens, mijn man zet ’s nachts de ventilator op het hoofdeind van het bed voor me aan. Als ik geschrokken mijn armen laat zien: Kijk nou wat een oud velletje ik krijg, geeft hij er een kusje op. Hij blijft me steunen, pikt m'n buien omdat hij weet, dat ben ik niet, dat zijn de hormonen.
Ik gun alle Josjes wat meer begrip, en als dat niet mogelijk is, laten wij vrouwen elkaar dan wat meer steunen.

Zo, dat lucht op. Weet je wat: ik stuur het ook naar de Zin.

Manlief lacht en zegt: Jan verwoordt een mentaliteit. Het is een fictief verhaal, om reacties los te maken en een tijdschrift te verkopen. Dat is dus gelukt!