Vroeg op. We drinken koffie, ik maak een lunchpakketje voor onderweg, omelet en kaas op brood. Zondag, Dodonidag. Dodoni, bekend van de authentieke Griekse yoghurt en feta. Maar we gaan niet naar de nieuwe stad, we gaan naar de oude stad, het oude heiligdom Dodona. De afstand valt mee, anderhalf uur rijden via de nog gedeeltelijk afgemaakte A2 en stukken van de oude weg. De plek is als zoveel archeological sites een puzzel. We maken foto’s van de informatieborden om wijzer te worden. Maar dan zijn uitgebreide lappen tekst.
We raken in gesprek met een Griekse familie uit Melbourne, een bijna Griekse stad. De kinderen verzamelen ‘bugs’. Zij zijn een eerste generatie in Australië geboren Grieken, voor het eerst op bezoek in hun moederland.
Aangekomen in het dorp Merlingi, eindigt net een bruiloft, de Papas rijdt weg, de fotografen laden hun spullen in. De kerk is leeg, ik stap naar binnen, mevrouw Elène steekt het plein over, en wenkt ons. Museum? We laten ons overhalen. Het folkmuseum is weer een van die merkwaardige verrassingen.
Een volgepropte ruimte met van alles en nog wat. Elène is er trots op en blij dat er bezoekers zijn. Nee, we hoeven niets te betalen, we krijgen een glaasje zelfgestookte Tsipouro, waarmee we bijna een gat in onze slokdarm branden. Mijn Architect schrijft iets in het gastenboek.
Naar het appartement, omgekleed, een voor een ouzo naar Andreas.