Bijna 7:00 uur. Nu, voor het gekrakeel weer losbarst, kan je de zee en de vogels nog horen. Alleen de geluidjes van de grauwe vliegenvangers ontbreken. Tegen achten arriveren de schoonmaaksters. Efi veegt voorzichtig de randjes van de parkeerplaats. Wat gekuch, hier en daar begint een stoel te schuiven, een bestelauto rijdt achteruit de binnenplaats op, geluid van de schuifdeur, de eerste stemmen, de mussen roeren zich, zwaluwen scheren geluidloos rond. De zee is nog goed hoorbaar en ook vanochtend weer met een krachtige branding.
Het strand zal weer vol stromen met uit de hotels en appartementen uitgebraakte zongebruikers, met heel veel plastic, roze flamingo’s, waterpistolen, ballen, zwembandjes. De strandstoelen worden bezet. Om 9:00 uur is het al serieus rumoerig geworden. Dan moet je eigenlijk wegwezen. Nog een betere tip, begin je vakantie een week eerder.
We gaan onderweg naar Ammoudia. Prachtig uitzicht over de laagvlakte, het deltagebied van rivier de Acheron. Niet veel veranderd in negen jaar. Nog altijd staan er campers langs de rivier. We bewandelen de pier tussen rivier en zee, waar gevist wordt.
Langs de rondvaartboten zoeken we een restaurantje voor een lunch. Een mooi plekje. De kiezelsteentjes hier zijn glad en vlak en nodigen uit om iets op te stiften.
We nemen heerlijke frietjes. Op de kaart staat nog mangold, geen idee wat het is, groente legt de waard uit. Het blijkt snijbiet te zijn, niet slecht. Totaal € 21,— en omdat Teo geen muntgeld terug heeft van een 50 eurobiljet, kost het € 20,—. Dat tekent de Griek, we kunnen daar een voorbeeld aan nemen.
Op de terugweg doen we nog een korte wandeling door het Deltagebied, dat eigenlijk is afgesloten. Later vermoeden we waarom. Sommige Grieken hebben de neiging hun afval te storten op afgelegen plaatsen, een irritante gewoonte.
We negeren het hek, in het begin waait er nog een verkoelend zeewindje, maar zodra de wind wegvalt, is het bloedheet. Een heen en weer wandeling op de stevige schoenen.
Dit is de zo mooie natuur van Griekenland. In dit deel komen otters en wolven voor, maar die laten zich heus niet zien, wel wat leuke kikkertjes.
Langs de rondvaartboten zoeken we een restaurantje voor een lunch. Een mooi plekje. De kiezelsteentjes hier zijn glad en vlak en nodigen uit om iets op te stiften.
We nemen heerlijke frietjes. Op de kaart staat nog mangold, geen idee wat het is, groente legt de waard uit. Het blijkt snijbiet te zijn, niet slecht. Totaal € 21,— en omdat Teo geen muntgeld terug heeft van een 50 eurobiljet, kost het € 20,—. Dat tekent de Griek, we kunnen daar een voorbeeld aan nemen.
Op de terugweg doen we nog een korte wandeling door het Deltagebied, dat eigenlijk is afgesloten. Later vermoeden we waarom. Sommige Grieken hebben de neiging hun afval te storten op afgelegen plaatsen, een irritante gewoonte.
We negeren het hek, in het begin waait er nog een verkoelend zeewindje, maar zodra de wind wegvalt, is het bloedheet. Een heen en weer wandeling op de stevige schoenen.
Dit is de zo mooie natuur van Griekenland. In dit deel komen otters en wolven voor, maar die laten zich heus niet zien, wel wat leuke kikkertjes.
Het was een prachtige tocht. Vandaag is het de laatste dag dat we de auto hebben. Morgenochtend om een uur of elf wordt hij weer opgehaald.
Terug op ‘compound’ is het stervensdruk. Het kost bijna moeite om een parkeerplek te vinden. Mijn Architect ergert zich aan een Serv die ingewikkeld bezig is de neus van zijn auto schuin in de schaduw van een boom te drukken, net naast ons terras. Vervolgens kijken ze op de menukaart op het lessenaartje, om vervolgens door te lopen naar een volgend terras, maar de wagen wel op ‘onze parkeerplaats’ laten staan. Nou, ja, fijn, kunnen we zelf op het terras plaatsnemen in de schaduw. Takis, die een frappé zit te drinken, staat op en zegt dat ze zijn blij zijn met Hollanders en Duitsers, die meestal altijd wel bereid zijn een praatje te maken en te vertellen wie ze zijn en wat ze in het dagelijks leven doen in plaats van die rondcommanderende oostblokkers.
Terug op ‘compound’ is het stervensdruk. Het kost bijna moeite om een parkeerplek te vinden. Mijn Architect ergert zich aan een Serv die ingewikkeld bezig is de neus van zijn auto schuin in de schaduw van een boom te drukken, net naast ons terras. Vervolgens kijken ze op de menukaart op het lessenaartje, om vervolgens door te lopen naar een volgend terras, maar de wagen wel op ‘onze parkeerplaats’ laten staan. Nou, ja, fijn, kunnen we zelf op het terras plaatsnemen in de schaduw. Takis, die een frappé zit te drinken, staat op en zegt dat ze zijn blij zijn met Hollanders en Duitsers, die meestal altijd wel bereid zijn een praatje te maken en te vertellen wie ze zijn en wat ze in het dagelijks leven doen in plaats van die rondcommanderende oostblokkers.
We reserveren onze favoriete tafel voor het avondeten bij Odyseus, die niet weet dat die al vergeven is aan naar later blijkt Jan en consorten. Maakt niet uit, eten we gezellig samen.