vrijdag 29 juni 2012

Risotto met brandnetel en champignons en een bloemensalade


Brandnetels … ik hou wel van deze prikkelende groente. Ze bevatten veel vitamine C, ook A en B en antioxidanten en mineralen. Als je ook geïnteresseerd bent, op de site van Plantaardigheden vind je veel info.

Volgens mijn fijne (jaren 70) boekje over eetbare planten (Hollandse gids voor de eetbare planten in de natuur, Richard Mabey) moet je brandnetel nu niet meer plukken, op blz. 90:
Brandnetels-om-te-eten moeten niet meer geplukt worden na begin juni. Midden zomer worden de bladeren grof, onaangenaam bitter van smaak en werken ze sterk laxerend.

Maar omdat ik al eerder topjes had geplukt maakten diezelfde planten weer nieuwe heldergroene toppen en bloeiden niet. Ook zijn er nog wel kleine jonge planten te vinden.
Ik hou van de kruidige smaak van brandnetels. 


Risotto met Brandnetel

voor twee personen

150 g Arboriorijst
halve rode ui, gesnipperd
1 glas droge witte wijn
1 knoflookteentje, kleingesneden
1 liter tuinkruidenbouilon (van twee blokjes)
125 g kastanjechampignons, in plakjes
een vergiet vol met brandneteltopjes
twee el soyananda
olie (ik gebruikte koolzaadolie, vond ik wel passend)
peper

In koekepan olie verhitten, gesnipperde ui erbij, 1 minuut bakken, champignons  en knoflook meebakken, uit pan scheppen en even opzij zetten.
In zelfde pan nog klein scheutje olie verhitten en rijst toevoegen, roeren tot alle korrels glanzen. Glas witte wijn erbij, laten verdampen
Nu telkens een soeplepel bouillon toevoegen en laten opnemen, op zacht vuur
(duurt ongeveer 20 - 25 minuten) tot de rijst beetgaar is.

Ondertussen de brandneteltoppen in vergiet met kokend water overgieten en uit laten lekken.
In andere pan met scheutje olie brandnetels laten slinken, daarna met staafmixer fijnmaken.

Als de rijst gaar is champignon-uimengsel en de gepureerde brandnetel toevoegen, goed omscheppen.
De soyananda al roerende toevoegen.
Tot slot wat peper er over malen (zout is waarschijnlijk niet nodig door de bouillon). 


Bloemensalade

Daarbij aten we een salade van waterkers, komkommer, kerstomaat en opgefleurd met wat bloemen die ik tijdens de heemtuinwandeling heb geplukt, zoals bloemen van zwarte mosterd, munt, de laatste vlierbloempjes, viooltjes en oostindische kers.







zondag 17 juni 2012

Aap en Airmiles



Al jaren gaan mijn airmiles naar de Stichting AAP. Als dank krijg je om de zoveel jaar een uitnodiging om op één van de exclusieve Aap Donateur Dagen een kijkje te komen nemen.

We gaan vandaag naar Almere om voor de tweede keer zo’n dag mee te maken.

Stichting AAP vind ik een van de meest sympathieke goede doelen, zonder subsidies en (hopelijk) zonder zakkenvullende directeuren. Stichting AAP redt uitheemse dieren in nood, vangt hen op en omringt hen met liefdevolle en professionele hulp.


Na aanmelding en koffie met stroopwafel worden we ontvangen door David van Gennep, de directeur van de stichting, hij houdt een boeiend verhaal en legt uit hoe waardevol wij allen als airmilesdonateurs zijn.
Je denkt dat het om kleine beetjes gaat, ik dacht ook die paar airmiletjes van mij, wat helpt dat nou ... maar vele kleintjes maken een hele grote … het gaat over honderden duizenden euro’s!
We zien een film over hun werk en gaan dan in kleine groepjes de rondleiding doen met een gids.


Aangrijpend zijn steeds weer de verhalen hoe de dieren behandeld werden voordat ze aan de stichting werden overgedragen.
Hoe schattig een jong aapje er ook uitziet, volgens bepaalde mensen, in kleertjes en een luier, het blijft een wild dier.
Tegen de tijd dat ze volwassen worden, wordt het echt gevaarlijk om zo’n dier in huis te houden.
Dan verdwijnen ze in kooien en aan kettingen naar garages en kelders.
Als er weer eens een bioscoopfilm verschijnt met een leuk wild dier, bijvoorbeeld over een wasbeertje, schijnen er altijd mensen te zijn die dan gelijk zo’n dier willen hebben.
Zonder dat het ze kan schelen wat ze daarmee aanrichten.
Een prairiehond wil graven, dus sloopt hij je parketvloer.

Een aap die altijd in een stalen bak zat, jarenlang en tegen betaling getoond werd, hij flipte helemaal als hij plots in het daglicht kwam en het publiek smulde dan van de spanning om zo’n gevaarlijk dier te mogen aanschouwen.

En nu denkt u dat dat voornamelijk in verre landen gebeurt, Indonesië e.d.
Maar de dieren in Almere komen bijna allemaal uit Europa en zelfs uit Nederland!
Dieren afkomstig van illegale handel, proefdierlaboratoria, circussen en (hersenloze) particulieren. Kan je je voorstellen dat je buurvrouw zo’n dier in een kooi op zolder heeft? Toch bestaat het.
Het is toch te tragisch voor woorden dat sommige mensen denken dat hun geliefde huisdier beter af is bij hun in huis, want ze ‘houden van hem als een eigen kind’. Ondertussen weet het dier niet hoe hij een dier van z’n eigen soort moet zijn en hoe hij zich hoort te gedragen. Ernstig getraumatiseerd zijn ze.


Stichting Aap werkt met een kleine groep betaalde krachten en heel veel vrijwilligers. Ook vandaag veel vrijwilligers, die met veel enthousiasme de rondleidingen doen en met geduld alle vragen beantwoorden.
Stichting Aap is geen dierentuin, er is geen garantie dat je chimpansees kunt zien, er moet afstand gehouden worden. De dieren moeten weer leren dier te zijn, en mensen moeten zo ver mogelijk van ze vandaan blijven.


Air Miles keert de waarde van je gespaarde airmiles in geld uit aan de Stichting AAP. Nu schijnt dat we allemaal voor miljoenen aan ongebruikte Airmiles hebben en op een gegeven moment zijn ze waardeloos, verdwijnen deze gewoon.
Als je toch niks met je airmiles doet, of als je ook vindt dat je nooit kunt aanschaffen wat je wilt, omdat je afhankelijk bent van het soort aanbiedingen en weinig keuze hebt. Als je ergens anders zonder airmiles toch nog goedkoper uit bent … laat ze niet verdwijnen maar geef ze liever aan Stichting AAP.


Op de website kun je een airmilespas aanvragen of je bestaande pas omzetten zodat je airmiles voortaan naar de stichting gaan.
Doe het even, het kost je niks, ik heb vandaag beloofd dat ik minstens vijf mensen zou overtuigen!


Ik koop ook nog iets voor mezelf: de Goede doel bedel, mooi voor aan m’n troll-armband en een gedeelte van het geld is ook voor AAP.


donderdag 14 juni 2012

Vlierbloesemsiroop 2012 (2)



In mijn vorige blogbericht schreef ik dat Ria Loohuizen in haar boek Van Nature de vlierbloesems drie dagen laat staan trekken.
Na een tijdje komt er echter een filmpje bovenop wat me niet aanstaat. Verder zijn er ook wat bloemetjes boven gaan drijven en die zijn bruin geworden, die gaan net anders ruiken, niet zo lekker. Ik durf het niet langer te laten staan. Ik ga het zeven, in plaats van drie dagen wordt het anderhalve dag. Misschien toch beter.
Okke waarschuwde ook, pas op dat het niet gaat gisten.
De bedoeling is siroop, geen wijn!



Ik heb het gezeefd, eerst door een vergiet, dan door een doek. Het sap heeft nu een mooie kleur en een heerlijke geur.
Dan ga ik het verwarmen met suiker en citroenzuur.
Ik gebruik op twee liter sap anderhalve kilo suiker en 22 g citroenzuur. Goed blijven roeren tot alle suiker is opgelost.
Ik had al flesjes verzameld voor dit doel. Goed afgewassen, uitgekookt met soda, naspoelen en in een warme oven laten drogen.
Het sap niet laten koken, maar net tegen de kook aan, iets afschuimen en dan met een trechter in de flesjes schenken.


Een beetje siroop, aangevuld met prikwater en voorproeven maar. Ik vind het lekker, heerlijk zelfs … ja waar lijkt het op? Het is apart, verfrissend, bijzonder.
Later deze week hebben Broer en Schoonzus ook geproefd. Ze vonden het ook erg lekker.
Experiment geslaagd! Ik heb een bijzonder drankje gebrouwd en ik kan wel even vooruit met m’n voorraadje.

(Dacht ik dus, maar ... weggevertjes en verslavend lekker in witte wijn of prosecco maakt dat m'n voorraad snel slinkt).


zondag 10 juni 2012

Vlierbloesemsiroop 2012 (1)


Vanmorgen werd ik wakker en hee de zon schijnt! Vlug opstaan en eindelijk vlierbloesem gaan plukken, voordat de wolken weer komen.
Ik ben al zeker twee weken van plan om vlierbloesem te plukken. Maar, of het was rotweer, of de zon scheen wel, maar was ik aan het werk.
We springen op de fiets en rijden naar een plek waar geen verkeer komt.


We trotseren hoge brandnetels en kleefkruid. Kriebelige kevertjes lopen over armen en in de nek. Ik blijf hangen aan de braamuitlopers.
Wandelaars en fietsers kijken verbaasd, wat doet die daar nou?
Een vrouw komt vragen wat ik er mee ga doen. Ze zegt dat ze zelf zo’n struik in de tuin heeft, maar nooit geweten dat je daar iets mee kon …!
Ik zag dat ze geïnspireerd raakte door m’n enthousiaste verhaal.

We plukken van iedere boom wat mooie geurende schermen, alle bloemetjes open, zonder bruine bloemen en met lekker veel stuifmeel. Niet teveel van een boom, er moeten ook nog bessen gevormd worden!
In mijn nieuwe, rode pluktas kunnen de  beestjes dankzij de gaten hun heil makkelijk elders zoeken.

In het boek ‘Van Nature’ van Ria Loohuizen staat veel geschreven over de vlier: Vlier is een heel bijzondere boom, omringd met legendes en bijgeloof, een symbool van ijver, van heidense verering, een levensboom, een huisapotheek en met Vliermoeder Vrouw Holle
De vlier valt onder de bescherming van godinnen als Diana, Hekate en Demeter, met het heilige getal vijf: elke vlierbloem heeft vijf blaadjes, vijf gele stampers en vijf kelkblaadjes die een miniatuursterretje vormen onder aan elk bloempje. De vlierbloemschermen hangen aan vijf stelen aan het eind van elke tak, die zich weer elk onderverdelen in vijf zijtakjes.
Ik hou van de verhalen die dit soort bomen met zich meedraagt.

Vorig jaar heb ik al vlierbessen gebruikt in de jam, nu ga ik vlierbloesemsiroop maken. Ik heb dat ooit geproefd en vond het zoo lekker!

Na het rissen hou ik 200 gram bloempjes over. Ik giet twee liter lauw water over de bloemen en voeg een biologische citroen in plakjes en een vanillestokje toe. Een gewicht erop zodat de bloemen onder water blijven, afdekken en dan maar afwachten.
Ria Loohuizen laat het geheel drie dagen staan. Maar zolang zal ik het niet doen.
Hier het vervolg.





zaterdag 2 juni 2012

Rabarberjam



Zorg voor brandschone potten en zet een klein bordje in de koelkast voor de stollingsproef.
Zo maakte ik het:

2 kilo rabarber, gewassen en in stukjes gesneden (1,5 cm)
1 zoete appel, geschild en in kleine stukjes
1 eetlepel geraspte citroenschil en sap van een halve citroen
1200 g suiker
2 zakjes marmello (nr. 2)
een scheutje rode port

Zet de rabarber, appel, citroensap en -rasp op met een glas water.
Breng langzaam aan de kook, regelmatig roeren, rabarber wil gauw aanbranden. Als de rabarber zacht is suiker en marmello toevoegen en weer al roerende aan de kook brengen.


Als de jam inmiddels ook tijdens het roeren blijft borrelen, een kleine hoeveeheid op het koude bordje scheppen. Wacht heel even, hou het bordje schuin, als de jam niet meer vloeit is het klaar, anders nog even door laten koken en proef herhalen.

De jam in de potten scheppen, deksels erop draaien en potten op de kop zetten. Na tien minuten weer omkeren en testen of de deksels niet meer ingedrukt kunnen worden. (Is dat wel zo, deze dan in de koelkast bewaren en eerst opmaken).


In de meeste recepten wordt vaakl 1 kilo suiker op 1 kilo fruit gebruikt, dan is het meer dan een jaar houdbaar.
Ik gebruik altijd minder suiker en gebruik het voor de zekerheid binnen een half jaar. Het is misschien wel langer houdbaar, maar zolang staan de potten hier toch niet.


Voor mijn doen heb ik nu ook vrij veel suiker gebruikt, 600 g op 1 kilo rabarber, te zoete jam vind ik niet lekker, maar te zuur ook niet.
De citroen heb ik gebruikt als tegenhanger voor de grote hoeveelheid suiker en ik heb ergens eens gelezen dat het voor een mooiere kleur zorgt.
Dat scheutje port was een spontane ingeving.


We vinden hem wel lekker zoet, maar je proeft ook nog een beetje zuur.
Van deze hoeveelheid rabarber heb ik 7 grote potten, 2 kleine en drie minipotjes.

vrijdag 1 juni 2012

Op het eerste gezicht (6)


In deze 'Op het eerste gezicht’ zie je toch hoe snel alles gaat.
De Amorpha heeft razendsnel z’n blad gekregen en de simpele bloemaren verschijnen ook al, feest voor bijtjes!
Liepen de rhododendron en de sering een maand geleden net uit, nu is het feest alweer op z’n eind.



De Heiligboontjes of Soldatenboontjes uit Groningen doen hun best en de tomaten krijgen ook al bloemetjes.


Meer 'Op het eerste gezicht' bij Anne Tannes Kruidenklets.