Posts tonen met het label werk. Alle posts tonen
Posts tonen met het label werk. Alle posts tonen

dinsdag 24 december 2013

Vegan … wel en niet

Bijna twee maanden vegan eten volgehouden … maar ik ging voor de bijl … kaas! 
En boter gekocht … weliswaar de meest diervriendelijke die ik kon vinden, Demeter Zuiver Zuivel, maar toch.
Al was ik niet van plan om al hardcore vegan te worden … toch wel een beetje een schuldgevoel. 
Ik weet dat ik het kan … en hoewel ik helemaal achter de gedachte van veganisme sta, wil ik het nog niet helemaal.
Elke stap in mijn eigen tempo, dat voelt beter.

Schapenkaas en geitenkaas … daar viel ik voor. Toch is er wat veranderd … veel zuivel hoef ik niet meer en wat ik wel neem is met mate. Ik blijf me bekwamen in vegan-koken en onze donderdagen zijn helemaal veganproof. Mijn plantaardige Huiskamerrestaurantje is nog steeds een van de leukste uitdagingen dit jaar.
Ik heb geen zendingsdrang, iedereen is zelf verantwoordelijk voor wat hij eet, maar als ik iemand een beetje aan het nadenken heb gekregen is dat mooi meegenomen. Ik ben er in ieder geval achter gekomen dat veel zuivel overbodig is en gerechten makkelijk te ‘veganiseren’ zijn. Daar ga ik mee door, scheelt toch wat dierenleed en mijn gezondheid vaart er wel bij.


Op mijn werk heb ik een kookclub. Als er één groep is die van mij niet vegan hoeft te worden, dan zijn dat wel mijn deelnemers, mijn bewoners.
Mensen van eind 80, in de 90, bijna aan het eind van hun leven, dementerend of niet. Die moeten gewoon genieten van hun maaltijden en hun lieve grijze hoofdjes niet breken over nare en enge dierenleedverhalen. Zij hoeven van mij niet te veranderen of bewust te worden. Zij moeten de tijd die hen nog gegeven is bij voorkeur zo veel mogelijk zorgeloos genieten!


Ik kook daar Hollandse pot met beperkte middelen … en gehaktballetjes, slavinken, plofkip en rookworsten en de meest foute vis … pangasius. Maar ondertussen wel in de verhouding … beetje vlees … veel groenten.
Hier ben ik heel dubbel in, ik eet het vlees zelf niet meer, maar maak het met liefde voor ze klaar.
In de macaroni … daar gaat vegetarisch gehakt in, gewoon omdat dat dus lekkerder is! Een van de deelnemers mag geen zuivel. Ik leg dan uit dat haar sojatoetje dezelfde oorsprong heeft als het vegagehakt. Wat een wonderlijke wereld … dat je vla en yoghurt en gehakt van bonen kunt maken. Maar voor de rest … vlees in de aanbieding kopen … er is een beperkt budget.
Mijn werk is anders dan m’n privé en dat vind ik okee!

Gisteren een Kerst Kookclub. We gaan zalm eten …omdat zij dat zelden krijgen … en vooral omdat iedereen er gek op is.
Met aardappel-knolselderij puree, worteltjes en een sausje uit een pakje.






De bouillon waarin de aardappels en knolselderij gekookt zijn, werd een amuse-voorafje met wat kaasballetjes. Stelt niks voor … maar die verraste blikken … ontroerend gewoon!

... met kerstschortje
nootmuskaat ... uiteraard


Ik had als dessert m'n vegan Tiramisu gemaakt, de mevrouw in gedachte die geen zuivel mag.
Wat hebben ze gesmuld, iedereen vond het heerlijk … bij zo'n dessert maakt het niet uit of de basis koezuivel of soja is … met een framboosje erbij, lekker was het en bewoners van een zorgcentrum kunnen hier zo blij van worden! 

We hadden de huisfotograaf op bezoek, dus ons Kerstkookclubje is ook vastgelegd, volgende week krijgen alle deelnemers een foto van zichzelf … daar kan ik me nu al op verheugen!
Die blije koppies kan ik hier niet laten zien, maar je kunt je er misschien iets bij voorstellen.


Fotografie: Fred Portman

vrijdag 10 augustus 2012

Werkweek

Laatst ontsnapte me een geeuw. Zozo, zei iemand tegen me, moe?
… ja, ik ben wel moe gaf ik toe.
Jij werkt toch maar zo nu en dan wat uurtjes?
Hier en daar wat uurtjes, inderdaad, twee baantjes en invalkracht voor vakantievierende collega’s.
Ik heb de afgelopen week eens op een rijtje gezet.
Mijn km-tellertje op de fiets staat op 301.

Zaterdag
Deze middag invallen bij Koersbal, wat altijd wel leuk is, hoewel het weekend wel doorgehakt wordt. Geen vrijwilliger beschikbaar, dus Henny moet mee. Ik kan die koersbalmat niet tillen.
Druk, alle bewoners door het hele huis ophalen, veel geduld hebben, want je kan natuurlijk niet zeggen: schiet ’s op. Nog even naar het toilet, waar zijn m’n schoenen, waar is m’n tas. Vestje mee. Sleutels zoeken. Ik zeg: ik kom zo bij u terug, ga alvast uw buurvrouw waarschuwen, ik ren trap op, trap af. Ook de volgende bewoner is haar sleutel kwijt. Schrijft u even een briefje voor mijn zoon, voor als hij komt (hij zal niet komen), dat weet hij waar ik ben ... wat zocht ik nou ook alweer? Sommigen willen niet.
Uiteindelijk tien bewoners bij elkaar. Dankbaar dat Henny er is, hij voorziet de bewoners van koffie en maakt met iedereen een gezellig praatje. De dametjes zijn dol op hem.
Dan begint het spel, wat is nu de bedoeling? Dat u de bal zo dicht mogelijk bij het witte balletje rolt. Zuster, ik snap er niks van, tien deelnemers, tien keer vertellen wat de bedoeling is ... heb ik nu gewonnen? Henny is eerlijk, schrijft de behaalde punten op, sjoemelt niet, meet precies de afstanden van de ballen. De mensen kijken gespannen naar wat hij doet en reageren enthousiast op alles wat hij zegt. Geven elkaar complimenten bij elke behaalde punt. Gejuich gaat op als de ballen de mat af worden geketst. Mij kan je regelmatig opdweilen, tegen de slappe lach aan.
Het is bloedheet in de zaal, maar de ramen moeten dicht: Zuster, het tocht hier!
Na afloop de mensen in vrolijke stemming weer terug naar hun kamertjes brengen. Wat hadden we een plezier met z’n allen, maar Henny en ik zijn kapot.
Drie uurtjes gewerkt.

Maandag
Ochtend vrij, huishouden en tussendoor ook even een klant voor een ontspanningsmassage (kleine bijverdienste voor in de GUP, Groningse Uitjes Pot).
Om half vier op de fiets voor de Kookclub, eerst nog even de boodschappen doen.
In de Kookclub ga ik met 7 ouderen een lekkere maaltijd koken en gezamelijk opeten. De mensen genieten enorm van de o, zo vertrouwde werkjes als aardappelen schillen. Het is even aanpoten maar gelukkig heb ik een kei van een vrijwilligster erbij. Tegen negenen ’s avonds weer thuis.

Dinsdag
Werkzaam op vier plekken vandaag.
Om kwart over negen op de fiets en het begint gelijk te regenen. Drie cliënten voor woonbegeleiding. De eerste vlakbij, de volgende in een nabij dorpje en de laatste weer in een ander dorpje. Maar twee keer natgeregend vandaag.
In het laatste dorp tot slot ook weer een Kookclub, overgenomen van collega.
Andere doelgroep, PG, een hele uitdaging. De mensen van de gesloten afdeling halen en naar de ruimte brengen waar we gaan koken is al een hele onderneming. Alles uit de kast halen om een goed sfeertje te krijgen.
De mensen zijn boos, verward en verdrietig of onzeker. Maar ozo gevoelig voor humor. Halverwege zijn ze vrolijk, ondeugend en kletsen er op los. Sommigen proberen de appels en aardappels te schillen, anderen weigeren pertinent om iets te doen, ’t is niet m’n hobby geeft een man aan, maar ondertussen legt hij de boontjes in mooie rechte rijtjes op zijn snijplank. De mensen genieten van het eten, alsof ze de hele dag nog niks gehad hebben, vooral de appelmoes is favoriet.
Het is me weer gelukt om ze een fijne maaltijd te bieden, met veel aandacht en plezier. Als ik aan het eind een gedicht voorlees van Toon Hermans, vallen ze helemaal stil en knikken aandachtig. Heel even uit hun verdrietige omstandigheden gehaald. Dankbaar werk.
Tegen negen weer thuis, toch zo’n twaalf uur onderweg geweest vandaag.


Woensdag
Vandaag heel de dag op een plek, op het activiteitencentrum, van 8.30 tot 17.00 uur.
Hier wordt serieus gecreëerd. Mozaïken, weven, handwerken. Schaven, zagen, boren, schuren, lijmen, verven. Tussendoor willen cliënten ook hun verhaal kwijt.
‘Ieder huisje heeft z’n kruisje’ is hier erg toepasselijk.
Het valt me zwaar zo’n lange dag, ik mis bepaalde praktische vaardigheden, zal het me ooit lukken, een zaagje verwisselen in de zaagmachine?


Donderdag
Ook deze hele dag op het activiteitencentrum. Het is een beetje dubbel, ik voel me bezwaard omdat ik zelf niet zo creatief aangelegd ben, maar ik ga graag met deze mensen om. De cliënten zijn handiger dan ik, toch vragen ze aan mij hoe iets moet.

Aan het eind van de dag in de tuin van het centrum nog wat ‘onkruid’ weggehaald, mee naar huis genomen, volgens mij is het kaasjeskruid. Een mooi gratis boeket op tafel.


Vrijdag
In het zorgcentrum bewegen op muziek, ‘zitdansen’ genaamd. Ook even aanpoten, want te weinig vrijwilligers.
De mensen komen vaak wat tobberig en zuchtend binnen, maar gaan altijd vrolijk en iets meer rechtop terug. Ik zie het regelmatig, bewegen en muziek maakt gewoon vrolijk, of je nou wil of niet. Eenieder wil ook even z'n verhaal kwijt, dus toch weer wat later huiswaarts dan gepland.


Km-tellertje staat op 374. Vanmiddag vrij. Veel te mooi weer om te gaan huishouden, hoewel hard nodig. Hoedje op en lekker met giebelse meiden op het terras zitten pimpelen.

Inderdaad, ik werk maar een paar uurtjes hier en daar. Maar daar zit niet de tijd van voorbereiden, bedenken, boodschappen doen bij.
Ook geen reistijd, deze week toch nog 73 kilometer gefiets. 
Nog twee zulke volle weken en dan wordt het weer wat minder. Ik klaag niet hoor, ik heb hartstikke leuk werk, ik heb het geld hard nodig, maar ik ben ook de jongste niet meer, mag ik dan een keertje geeuwen, tussendoor?

Toevoeging: Na deze werkweek met de Rode Hoeden Giebelse meiden op een Gouds terras, hilariteit en meligheid ten top!


Heel blij ben ik met deze kleine selectie van reacties:

van Ans
Ik maak een diepe buiging,hoor.
Je doet mooi en dankbaar werk.
Mensen zoals jij,zijn goud waard.
Echt waar.
En dat je dan een keertje moet geeuwen, mag dat best, want al is je werk nog zo leuk, tuurlijk is het ook erg vermoeiend.

Ja herkenbaar Angelika.
Mooi verwoord hoe een week werken
in zorgsector er uit ziet.
Prachtig werk, onderschat werk
van onschatbare waarde voor de 
mensen waar je het voor doet.
Petje af voor je werkzaamheden
en compliment voor deze illustratieve blog!
Natuurkieker Coby







maandag 6 februari 2012

Een winters begin van de week ...



Vanmorgen heb ik een ‘vogelpovverd’ gemaakt, van frituurvet en allerlei zaden.
Hopelijk komen er weer eens wat meer vogeltjes langs.
Elk jaar wordt het minder, de mussen zijn verdwenen, groenlingen zie ik nooit meer, staartmezen waren er eenmalig. De enige trouwe gasten hier in de stad zijn de koolmezen, pimpelmezen, merels en tortels. Maar ook niet meer in grote getale.
Heel soms een vink, winterkoninkje, roodborstje of vlaamse gaai, maar dat is ook alweer een tijd geleden. Zo jammer, want die vogeltjes op het dakterras kunnen je zo opvrolijken.

Aan het voer kan het niet liggen.


Aan het eind van de middag op de fiets naar het werk, want geen vertrouwen in de NS. Heel voorzichtig fietsen - vorige week maakte ik nog een schuiver -  en de boodschappen voor de Kookclub zitten in de fietstassen.
Het valt mee, paar moeilijke stukjes, maar verder is het fietspad prima.
Lekker om te fietsen in zo’n mooi winterlandschap.



Op het werk de wekelijkse Kookclub, we gaan Hutspot maken. De deelnemers vinden het heerlijk.  Mevrouw H: 'Zo’n lekkere hutspot hebben we hier nog niet gehad'.
De griesmeelpudding met bessensaus toe is ook een succes.
Dat is het leuke van de Kookclub, ik kook daar de Hollandse pot, zo anders dan wat ik normaal maak.
Van alle markten thuis.


maandag 23 januari 2012

Kookclub Boerenkoolstamppot


Ik had besloten om boerenkoolstamppot te eten op mijn kookclub op mijn werk. Wat een gepuzzel … hoeveel boerenkool heb ik nou nodig?
Natuurlijk geen kant-en-klaar gesneden, want dan hebben de deelnemers niks te doen.
Ik kijk bij mijn kookboeken, het oudste, degelijke kookboek: ‘Het nieuwe koken’ van Henderson&Toors 1948/1975, geeft het advies:

Zorg, dat g’uw kookkunst-resultaat
Zelf steeds kritisch gadeslaat!

Recepten zijn voor 4/5 personen
Er staat …
1à 1¼ kg boerenkool (+  600 g gesneden)
2 kg aardappelen
Dat zou betekenen dat ik het voor mijn wekelijkese kookclub maal twee moet doen.

Ik sta in de winkel … de bladboerenkool is per zak van 500 g.
Ik sta te dubben, 4 nemen … of 5.
Ik neem er vijf.
Dus 2500 g. Het lijkt gigantisch veel.

Een zak van 2½ kilo aardappelen lijkt me wel genoeg.
Mijn mensen eten niet zulke grote porties.

Rookworst bij appie drie halen, twee betalen.
Ik prik een gat in de zakken boerenkool, dan passen er meer in m’n mandje voorop.
Mijn buurvrouw houdt m’n fiets vast, terwijl ik alles probeer mee te krijgen. “Wacht”, zegt ze, en gaat een boeketje anemonen pakken: “Hier, voor je Kookclub, ze zijn al zover open, die kunnen niet meer verkocht worden”.
Ze zijn prachtig, fluwelig paars.
Ik bestijg m’n stalen ros, het lijkt vandaag of ik steeds wind tegen heb, welke richting ik ook fiets. Soms kom ik amper vooruit, maar ik houd me voor: dit is gratis, er zijn mensen die voor zoiets veel geld betalen bij een sportschool!

Ondertussen laten rekensommetjes van boerenkoolhoeveelheden me niet los. Is 500 gram blad hetzelfde als 250 g kleingesneden en daar dan weer de helft van als het gekookt is? Slinkt het met de helft? Heb ik dan wel genoeg?


De mensen vinden het leuk, die grote bladeren op tafel. Hoe deed u vroeger dat, had u het ook in de moestuin?
Volop verhalen. De een zegt je moet de bladeren van de dikke nerf ritsen, nee plukken. Weer een ander snijd milimeter dunne sliertjes.
De aardappels zijn geschild, alle beschikbare vergieten en de afwasteil staan propvol gesneden kool klaar. Ik laat steeds een hoeveelheid kool slinken tot alles in de pan past, dan bij de aardappels voegen en als het gaar is, stampen maar. Ook weer een gratis work-out.
Uitgebakken spekjes erdoor en de rookworst warm laten worden.
Uiteindelijk twee flinke dekschalen vol met heerlijke boerenkoolstamppot, smullen.
Gekookt voor een weeshuis?
Ik denk dat er wel twintig ouderen van hadden kunnen eten!!


Een mevrouw wilde eerst niet komen, er was iets verdrietigs in haar familie gebeurt. Toch liet ze zich overhalen, want je moet toch eten, en dan heb je wat afleiding. Het verdriet stond in haar gezicht gegrift, maar wat ben ik dan blij dat ik haar toch aan het lachen heb gekregen. Wat genoot ze van het koolsnijden.
Na afloop vroeg ik of ze de anemoontjes mee naar haar kamer wilde nemen. Je zag haar ogen oplichten en ze zei dat ze blij was dat ze toch naar de Kookclub was gekomen.
Kijk, daar doe je het voor!


woensdag 10 augustus 2011

Dementia

Dementie, meestal verkeerd uitgesproken, zelfs door medici die toch beter zouden moeten weten. Dementié hoor je meestal. Maar het is deméntie.
Volgens mij ben ik een van de weinigen die het goed uitspreekt.

Dementie komt van het Latijnse dementia, en daarin ligt de klemtoon op de middelste lettergreep (vergelijk cleméntie (afgeleid van cleméntia) en poténtie (afgeleid van poténtia)). Het leggen van de klemtoon op -tie past dus niet bij de Latijnse oorsprong van het woord. Mogelijk is die uitspraak beïnvloed door medische (en andere) termen die uit het Grieks zijn overgenomen (zoals epilepsíé, hypoglykemíé, leukemíé en epidemíé).
(Bron: Onze Taal)


Maar los van hoe je het wenst uit te spreken, dementie is niet iets om over te lachen.
En toch doe ik dat regelmatig. Anders zou ik mijn werk niet kunnen blijven doen.
Hoe verschrikkelijk moeilijk het ook is voor partners, kinderen en familie, voor mij, werkzaam bij Welzijn, is het omgaan met deze ouderen toch vaak erg leuk. Humor is erg belangrijk in dit werk.
Hoe verdrietig de aandoening en de bijbehorende gevolgen ook zijn, de mensen tonen gelukkig ook vaak nog hun humor en uiten hun plezier.
Het gebeurt wel dat er een familielid komt kijken bij een activiteit van mij en dat ze dan helemaal verbaasd naar hun moeder staan te kijken.
Wat heeft ze een plezier, wat is ze anders, niks mopperen, zeuren, moeilijk gedrag of ‘wegzakken’. Nee, vrolijk meedoen en ad rem uit de hoek komen.
En dat geeft mij dan weer zo’n plezier in mijn werk.


Laatst nog, bij het ‘Koersbal’. Je kan honderd keer uitleggen dat het de bedoeling is dat de bal zo dicht mogelijk bij het kleine balletje moet terechtkomen.
Er gaat een gejuich op als het balletje flink geraakt wordt, buiten de mat terecht komt en niemand meer een punt kan scoren.
Ik zeg dan steevast: Dames, het is geen biljarten! Maar allen zijn vrolijk en enthousiast en volgen met spanning de resultaten van de deelnemers.
Als mevrouw T. weer aan de beurt is en voor de zoveelste keer vraagt: ‘En wat is nou de bedoeling?’ leg ik geduldig uit dat ze de bal zo dicht mogelijk bij het kleine balletje moet rollen. Als ik haar dan de tweede bal aangeef, kijkt ze me lief aan, en vraagt: ‘En wat is nou de bedoeling?’ Bij de volgende beurten steeds weer deze vraag.
Jongens, soms kan je me opvegen, gelukkig worden de deelnemers van mijn slappe lach ook weer vrolijk.

Wat ik ook nooit vergeet, is een mevrouw op mij eerste werkplek, we hadden een uitstapje. Deze vrouw, vroeger plaatselijk best bekend, zit bij het raam in het busje en wuift koninklijk naar iedereen, ook op de snelweg naar de voorbijrijdende auto’s. Als ik haar aankijk zegt ze stralend: Die ken ik of Die kent mij!
Ik ben blij dat veel mensen inderdaad terugzwaaien.
Ze heeft het erg naar haar zin en tijdens het hele uitje blijft zij naar iedereen zwaaien en knikken.
Als we later weer terugkomen bij het verpleeghuis en een verzorgende bij de ingang ons zwaaiend begroet, kijkt mevrouw uit de hoogte naar haar en zegt tegen mij: ‘Ik ken dat hele mens geeneens!’

Of een mevrouw die al een tijdje dromerig uit het raam staart, haar benen bevallig over elkaar slaat en opeens peinzend aan me vraagt: Wat zijn dat eigenlijk voor groene dingen? (Bomen).

Of een meneer die tergend langzaam met zijn rollator door de gang loopt en ik er achter, quasi geïrriteerd zeg: Loop nou toch eens door! Een passerende bezoeker die mij geschokt aankijkt, de betreffende man al boos wil uithalen naar me, maar me dan herkent en me met een brede smile begroet en we samen in ons vuistje lachen om die geshokeerde passant.
Hopelijk gaat zij nu niet rondvertellen: Weet je wat ze in dat verpleeghuis tegen die arme, oude mensen met een rollater zeggen?

Of bij de Kookclub. Een mevrouw denk dat zij bij mij in mijn huis mag komen eten. Ze raakt steeds meer in de war. Wat een mooi huis heb je toch.
Waar zijn je kleine zoontjes?
Maar dan zegt ze opeens: Komt je man zo? En dat is dan wel weer goed, Man komt me altijd ophalen na de kookclub. Ze vind het helemaal geweldig als hij inderdaad komt en weet dat dat mijn man is. En naast wie gaat hij zitten?
Deze dametjes kunnen ook nog flirten hoor, wat wil je, ze zien zelden een leuke vent.

Toen ik de statistieken van mijn blog weer eens bekeek, zag ik dat iemand uit Engeland een bericht van mij met Google Translate had vertaald. Ik was nieuwsgierig wat dat dan wel zou worden. Mijn blog in het Engels. Om te gillen!

Eén voorbeeld:
Mijn vaste lezers weten dat in mijn profiel bij interesses deze zin staat: ‘Ik werk met hart en ziel als activiteitenbegeleider met dementerende ouderen’.

Mijn Engelse lezers zien dan dit:
I work with heart and soul as a supervisor with dementia.

In het Duits wordt het al niet beter:
Ich arbeite mit Herz und Seele als Betreuer mit Demenz.

Tsja.

Bij de Kookclub, afgelopen maandag, zei een mevrouw die nog goed bij de pinken is: Die 'gestolen' appels zijn wel erg hard, ze schoot uit met het mesje en sneed in haar vinger. 
Pleister erop en niet zeuren, hard doorwerken, zo is ze.
Die appelmoes had wel wat meer suiker nodig, zulke zure, harde appels, daarentegen vond ze het de lekkerste appelmoes sinds tijden.



zondag 31 juli 2011

Bramen, Pruimen en Tuinbonen - lekker seizoen


Ik zag van de week op een blog een mooie foto van rijpe bramen. Wat vroeg dacht ik nog. Toen ging ik er in mijn omgeving ook eens op letten en inderdaad ... ik zag al veel rijpe bramen. Vooral vanuit de trein, maar die kan niemand plukken, want achter hekken en misschien bedekt met een laag fijnstof?

Ik weet wel een plekje hier in de buurt waar geen verkeer komt, er worden wel honden uitgelaten, maar ik pluk boven een meter en bij voorkeur niet langs het pad.


Vanmorgen stapten Mijn Architect en ik op de fiets, plastic bakjes mee, want de jamvoorraad van vorig seizoen is nu helemaal op. En bramenplukken geeft mij zo'n fijne jeugdherinnering, lekker geluksgevoel.
We vonden inderdaad al voldoende rijpe bramen. We struinden op achterafplekjes, door de brandnetels en distels, waar nog niemand ons voor was, en plukten de grootste sappige exemplaren. Krassen op je armen en stekels in je vingers. Wat geniet ik hiervan!

Ik zag trouwens dat de vlierbessen ook al kleur krijgen. Even in de gaten houden, want vlierbessenjam vind ik ook waanzinnig lekker.

Op de terugweg rijden we nog even langs het verpleeghuis waar ik in 2009 werkte. Bij dat huis staan appel-, peren-, walnoten- en pruimenbomen. Er werd toen weinig mee gedaan. Het meeste fruit rotte gewoon weg.
Ik maakte destijds met m’n PG-bewoners op een gesloten afdeling heerlijke pruimenjam, wat een plezier hadden we daarmee.

De herinnering komt terug, de man op de foto hierboven moest ik er steeds van weerhouden dat hij niet alle stukjes pruim al opat, ik zie nog zijn ondeugend glinsterende ogen waarmee hij me aankeek terwijl hij weer een stukje pruim in zijn mond deed. Rijp en sappig en het sap droop langs zijn kin.


En deze dame wilde nooit ergens aan meedoen, maar toen ze me bezig zag met de pruimen zei ze opeens: “Geef maar hier”, en ze begon in rap tempo de pruimen te ontpitten.


Er hangen al veel rijpe pruimen. We plukken een zak vol en ik neem me voor om van de week wat potjes jam naar m’n ex-collega’s daar te brengen.

Thuisgekomen alles wegen: ruim 1700 g bramen, 2200 g pruimen, en vier zure appeltjes, dat is lekker in de bramenjam. Dan aan het werk, een flinke klus.


De bramen even in wat gezouten water leggen, ik herinner me nog de wormpjes van vroeger. Die at je gewoon mee op.
Er komen er een paar bovendrijven ... zijn het wel wormpjes of zijn het eigenlijk minirupsjes? Het doet me niks - hee, ik word al meer en meer een natuurmens - ik spoel ze weg en mocht er eentje achterblijven, ach het zij zo.
(Zo had ik er een paar jaar geleden niet mee omgegaan hoor, ik denk dat ik alles dan weggekieperd zou hebben, haha).
Nog een keertje spoelen en dan, hup de pan in. 

Dan nog de pruimen ontpitten. Ik zit op het dakterras en de zon verschijnt, eindelijk. Ook de pruimen gaan op het vuur en worden tot jam gekookt.
Tot slot nog de tuinbonen, gisteren gekocht bij de Natuurwinkel, doppen. Ben nu toch bezig en heb het naar m’n zin zo op het dakterras in het zonnetje.
Sommigen vinden het onzin, maar ik dop dubbel, dwz, ik haal ook de plastic-achtige velletjes eraf, anders lust ik ze niet.


En zo zien je nagels er dan uit, na zo'n dag:


Maar ik kijk met voldoening naar het resultaat:


Wat is het heerlijke, frisse en fruitige jam geworden. Je proeft vooral fruit en weinig suiker. De potjes voor eigen gebruik krijgen een stickertje, de cadeaupotjes krijgen een mooi etiketje en een ‘tafelkleedje’.


De recepten zijn te vinden onder het label jam.