Ik heb voor het eerst een Paarse morgenster in de tuin. Ik kocht deze in september vorig jaar als klein plantje bij De Heliant en plantte hem in Tuintje le Roy, in perk Louis. Hij had het wel moeilijk, veel noorderwind en zijn wortelstelsel werd ondermijnd door woelratten of iets dergelijks, zodat hij eerst scheefgezakt en uiteindelijk onelegant helemaal platliggend de prachtige bloemen en daarna de mooie pluizen toonde.
Morgenster
Tragopogon porrifolius
non seppe
ch’è la stresse illusione mond e mente
(Ungaretti)
De bundel spitse windselblaadjes
die haar, gesloten, rafelig omvat
deed iemand denken aan een sik;
omdat zij in de ochtend opengaat, paarsblauw,
zich dichtvouwt voor het middaguur, betrok
een ander haar verschijning op het firmament.
Wie haar Boksbaard als eerste noemde, wie
Morgenster, blijft eeuwig ongeweten,
alsook of dit verschil in visie
tot twijfel noopt aan zien is kennen.
Onder een naam die uitstierf, Salzafij,
Was ooit haar wortel welkom in de keuken.
Zij aardt in zeeklei, graag slaperdijken,
tussen Gekroesde melkdistel, Ruw beemdgras,
Slipbladige ooievaarsbek — gelukkig,
ze weet niet hoe ze zich daar voelt
in dat gezelschap, niet hoe zij
van haar familieleden, alle geel, de meeste
aandacht trekt, noch heeft ze
van de denkbeeldigheid van geest
en wereld, door haar namen fraai
onthuld, benul,
ze vormt een zaadpluisbol zoals de Paardebloem,
doch forser, wisselt
met wie haar kaalt, een wind, geen woord.
C.O. Jellema (1936-2003)
Een bijzondere plant en een mooi gedicht,
BeantwoordenVerwijderenHartelijke groet, Zem.