Ik zag van de week op een blog een mooie foto van rijpe bramen. Wat vroeg dacht ik nog. Toen ging ik er in mijn omgeving ook eens op letten en inderdaad ... ik zag al veel rijpe bramen. Vooral vanuit de trein, maar die kan niemand plukken, want achter hekken en misschien bedekt met een laag fijnstof?
Ik weet wel een plekje hier in de buurt waar geen verkeer komt, er worden wel honden uitgelaten, maar ik pluk boven een meter en bij voorkeur niet langs het pad.
Vanmorgen stapten Mijn Architect en ik op de fiets, plastic bakjes mee, want de jamvoorraad van vorig seizoen is nu helemaal op. En bramenplukken geeft mij zo'n fijne jeugdherinnering, lekker geluksgevoel.
We vonden inderdaad al voldoende rijpe bramen. We struinden op achterafplekjes, door de brandnetels en distels, waar nog niemand ons voor was, en plukten de grootste sappige exemplaren. Krassen op je armen en stekels in je vingers. Wat geniet ik hiervan!
Ik zag trouwens dat de vlierbessen ook al kleur krijgen. Even in de gaten houden, want vlierbessenjam vind ik ook waanzinnig lekker.
Op de terugweg rijden we nog even langs het verpleeghuis waar ik in 2009 werkte. Bij dat huis staan appel-, peren-, walnoten- en pruimenbomen. Er werd toen weinig mee gedaan. Het meeste fruit rotte gewoon weg.
Ik maakte destijds met m’n PG-bewoners op een gesloten afdeling heerlijke pruimenjam, wat een plezier hadden we daarmee.
De herinnering komt terug, de man op de foto hierboven moest ik er steeds van weerhouden dat hij niet alle stukjes pruim al opat, ik zie nog zijn ondeugend glinsterende ogen waarmee hij me aankeek terwijl hij weer een stukje pruim in zijn mond deed. Rijp en sappig en het sap droop langs zijn kin.
En deze dame wilde nooit ergens aan meedoen, maar toen ze me bezig zag met de pruimen zei ze opeens: “Geef maar hier”, en ze begon in rap tempo de pruimen te ontpitten.
Er hangen al veel rijpe pruimen. We plukken een zak vol en ik neem me voor om van de week wat potjes jam naar m’n ex-collega’s daar te brengen.
Thuisgekomen alles wegen: ruim 1700 g bramen, 2200 g pruimen, en vier zure appeltjes, dat is lekker in de bramenjam. Dan aan het werk, een flinke klus.
De bramen even in wat gezouten water leggen, ik herinner me nog de wormpjes van vroeger. Die at je gewoon mee op.
Er komen er een paar bovendrijven ... zijn het wel wormpjes of zijn het eigenlijk minirupsjes? Het doet me niks - hee, ik word al meer en meer een natuurmens - ik spoel ze weg en mocht er eentje achterblijven, ach het zij zo.
(Zo had ik er een paar jaar geleden niet mee omgegaan hoor, ik denk dat ik alles dan weggekieperd zou hebben, haha).
Nog een keertje spoelen en dan, hup de pan in.
Dan nog de pruimen ontpitten. Ik zit op het dakterras en de zon verschijnt, eindelijk. Ook de pruimen gaan op het vuur en worden tot jam gekookt.
Tot slot nog de tuinbonen, gisteren gekocht bij de Natuurwinkel, doppen. Ben nu toch bezig en heb het naar m’n zin zo op het dakterras in het zonnetje.
Sommigen vinden het onzin, maar ik dop dubbel, dwz, ik haal ook de plastic-achtige velletjes eraf, anders lust ik ze niet.
En zo zien je nagels er dan uit, na zo'n dag:
Maar ik kijk met voldoening naar het resultaat:
Wat is het heerlijke, frisse en fruitige jam geworden. Je proeft vooral fruit en weinig suiker. De potjes voor eigen gebruik krijgen een stickertje, de cadeaupotjes krijgen een mooi etiketje en een ‘tafelkleedje’.
De recepten zijn te vinden onder het label jam.