woensdag 25 september 2013

Op het eerste gezicht ... in de berm (11)


63. Phacelia
64. Guldenroede
65. Knopherik
Op het eerste gezicht is een serie van tuinbloggers om met regelmaat een foto te plaatsen. Ik heb in 2012 maandelijks mijn dakterras vastgelegd, in 2013 de drie bermen waar ik dagelijks langsfiets.
Het idee vond ik bij Annetanne.

Dit is de laatste ‘Op het eerste gezicht … in de berm’. Niet dat er niks meer groeit, genoeg nog, maar omdat ik zoveel planten gemist heb, omdat er steeds als ik foto's wilde maken ... zucht ... er net weer gemaaid was. Ik kreeg er een beetje de pest in. Ik heb het idee dat er vorig jaar veel minder gemaaid werd. Sommige mensen dachten door bezuiniging misschien, anderen vertelden me dat er in deze bermen zeldzame planten groeiden en het maaibeleid dus was aangepast.
In ieder geval verdween de lol bij mij voor dit projectje.


Hoewel ik toch een hele lijst heb, hoopte ik op 100 soorten. Die waren er volgens mij ook, maar zoals gezegd, door het maaien heb ik een aantal gemist, maar ook waren er soorten die ik zag terwijl ik langsfietste en later met fototoestel gewapend kon ik ze niet meer terugvinden. Verder heb ik nog een heleboel foto's waarvan ik (nog) niet weet wat het is, of foto's die te onduidelijk of gewoon te slecht zijn op te plaatsen.

66. Weegbreeslangenkruid (Echiumplantagineum)
Wat ik hier vooral aan heb overgehouden is dit ik veel beter naar mijn omgeving ben gaan kijken en dus meer zag dan voorheen. Me vaker afvroeg wat de naam zou zijn en zodoende veel geleerd heb, niet alleen over bloemen maar ook over bijbehorende beestjes. 

67. Streepzaad
Het is mooi dat zoiets simpels als je in plantjes verdiepen, die meestal schamper onkruid genoemd worden, zoveel plezier en inzicht geeft. Nu deze serie Op het eerste gezicht in de berm eindigt wil niet zeggen dat mijn interesse in wilde planten stopt, integendeel, er is juist een nieuw begin ontstaan! 

Vooral de herfst geeft weer veel fotogenieke momenten, dus er blijft reden genoeg om met fascinatie eropuit trekken.

Distel wordt pluis

Hieronder nog eens de hele serie van 2013. Wie weet wat ik volgend jaar weer verzin.

De lijst met bermbloemen, in volgorde van mijn eigen waarneming (niet per definitie in volgorde van verschijnen), de nummers verwijzen naar de foto's in de blogjes.
  1. Klein Hoefblad
  2. Speenkruid
  3. Madelief
  4. Groot Hoefblad
  5. Paardebloem
  6. Paarse Dovenetel
  7. Pinksterbloem
  8. Dotterbloem
  9. Koolzaad
  10. Fluitekruid
  11. Zuring
  12. Boterbloem
  13. Smeerwortel
  14. Vergeet-me-nietje
  15. Vogelmuur
  16. Hondsdraf
  17. Herderstasje
  18. Smalle weegbree
  19. Sleutelbloem
  20. Look-zonder-Look
  21. Witte dovenetel
  22. Bermooievaarsbek
  23. Rode Klaver
  24. Distel
  25. Heermoes
  26. Margriet
  27. Echte Koekoeksbloem
  28. Robertskruid
  29. Melkdistel
  30. Klaproos
  31. Adderwortel
  32. Gele Lis
  33. Dagkoekoeksbloem
  34. Wilde Roos
  35. Valeriaan
  36. Vogelwikke 
  37. Perzikkruid
  38. Beemdkroon
  39. Biggekruid
  40. Gewone Brunel
  41. Gewone Rolklaver
  42. Kaal Knopkruid
  43. Hopklaver
  44. Kamille
  45. Kattestaart
  46. Knoopkruid
  47. Gele plomp
  48. Reuzebereklauw
  49. Teunisbloem
  50. Zilverschoon
  51. Zwanebloem
  52. Oosterse Karmozijnbes
  53. Waterlelie
  54. Moerasspirea
  55. Haagwinde
  56. Lisdodde
  57. Moerasandoorn
  58. Koninginnekruid
  59. Engelwortel
  60. Wilde peen
  61. Boerenwormkruid
  62. Harig wilgenroosje
  63. Phacelia
  64. Guldenroede
  65. Knopherik
  66. Weegbreeslangenkruid
  67. Streepzaad

zondag 15 september 2013

Koei en Vark (kalfjes 4)


Sinds ik het nieuwe wandelpad door de polder Bloemendaal heb ontdekt, kom ik er regelmatig.
De zestien kalfjes die daar rondlopen hebben mijn hart gestolen. Vandaag ga ik met Mijn Architect er nog eens naartoe. Stel je voor dat de kalfjes opeens weggehaald zijn! Dat zal binnenkort wel gebeuren denk ik.


Het is vandaag een bijzonder mooie dag, schitterende wolkenluchten, wie weet wanneer de herftstormen komen. We gaan er vandaag nog eens van genieten, van het lekkere weer en de aanbiddelijke kalfjes. Ze zijn wel gegroeid sinds m'n laatste foto's. 



Zet 'r bij een koei en ze is happy!
Het kalf met oormerknr. 2120 en ik hebben wat met elkaar.
Sommige kalfjes zijn bijna niet aan te raken, ze zijn voorzichtig nieuwsgierig, maar kalf 2120 is onderzoekend, extravert  ja … we zijn verliefd op elkaar!

Het is zo'n lief beessie, ik probeer maar niet aan haar toekomst te denken.
Ik heb wat stukjes komkommer voor haar meegenomen, wat vind ze nu lekkerder, de komkommer of het kroelen?


Als we verder wandelen komen we bij een andere groep koeien, zij zijn al iets ouder en wat wantrouwender.
Ik ga in het gras zitten en heel langzaam komen ze dichterbij, nieuwsgierigheid wint het van de behoedzaamheid.

Ook hier eentje die wel van de komkommer wil snoepen.



Op de terugweg fietsen we langs de plaatselijke kinderboerderij, daar zit een imker en ik wil nog een potje honing kopen. Ik heb haar vorig jaar ontmoet toen er een bijenvolk was gaan zwermen. Op mijn andere blog heb ik dat beschreven.
Zij moppert over het maaibeleid van de gemeente … als de planten lekker in de bloei staan gaan ze maaien … we weten toch dat de bijen alle mogelijke steun nodig hebben!
Altijd leuk bij de imker, de ruimte wordt steeds meer een museumpje met potjes honing van de hele wereld en ik koop hier dus een potje goeie honing.


Op deze kinderboerderij hebben ze ook twee varkentjes. Ik wil ze even opzoeken om te kijken of ze het naar hun zin hebben. Bij hun verblijfplaats staat dat ze achter glas zouden zitten i.v.m. de strenge eisen betreffende varkenshouden, maar dat is al achterhaald en het hok is leeg. Buiten in een weitje ontdekken we ze.

Het zijn Ginger en Jasmijn, twee Kune kune-varkentjes, Maori-varkens uit Nieuw Zeeland, een ras dat in 1997 in Nederland werd geïntroduceerd door de toenmalige eigenaresse van ’t Swieneparredies (Violet Sanders, overleden in 2005) in Nieuw Scheemda. Vorig jaar stonden we daar voor het hek, maar de mede-eigenaar was net overleden en het was gesloten. Een bezoek aan dit Swieneparredies staat nog steeds op m'n wensenlijstje.


Bij de Familie Bofkont heb ik varkensmassage van Dafne geleerd en weet nu waar de V-spot zit, een plekje bij het varken dat bij aanraking hem direct in extase doet omvallen.
Ik probeerde het bij Jasmijn en ja hoor, daar ging ze, in volledige overgave rolde ze op haar zij, oogjes dicht en genieten maar, aaach, wat ongelofelijk lief en leuk!
Wie wil daar nou nog een mes insteken voor een kort moment van eetgenot?


Het was weer een heerlijke dag, schitterend weer, vol koe- en varkengekroel, tank je weer lekker van bij.
Deze vriendjes zal ik bij voorkeur niet meer eten. Oink.





zaterdag 14 september 2013

Duindoornsiroop


Toen ik vorige maand duindoorn plukte leek het of er twee soorten waren: takjes met heel veel kleine besjes dicht op elkaar en takjes met grotere besjes, wat wijder uit elkaar. Geen idee of het verschillende soorten waren, ik nam van beide wat mee en stopte ze thuis in de diepvries. Dan krijg je de besjes beter van de takjes af.


Ik ga siroop maken. Flink meppen met een pollepel op de takjes en de bevroren bessen rollen in de teil. 


Ik heb ruim anderhalve kilo besjes en zet ze op met anderhalve liter water.Langzaam verwarmen en zachtjes laten koken tot de bessen zacht zijn en knappen.
Het geheel door de roerzeef doen en het sap terug in de omgespoelde pan doen.
Ik voeg een kilo rietsuiker toe,15 gram citroenzuur, twee theelepels vanille-extract en een theelepel Marmello pectine.

Weer zachtjes tot kookpunt brengen, eventueel schuim verwijderen en in brandschone flesjes gieten. Superfood!


zaterdag 7 september 2013

Vegan Bramencrumble

wildgeplukte bramen
Soms vind ik op het internet zulke leuke recepten, dat ik gelijk aan de slag wil.
Zoals vanavond.
Op het leuke blog Zoet en Roze kwam ik deze vegan Bramencrumble tegen. Dit gerecht kan als toetje maar ook als ontbijt en daarvoor maak ik het.

Omdat ik in november mee ga doe met de Vegan Challenge ben ik alvast op zoek naar vervangende ontbijtjes. Ik ontbijt namelijk altijd met yoghurt en lijnzaad. Zonder yoghurt vind ik lijnzaad moeilijk te eten. Ik vind het sowieso lastig om 's morgens iets anders te eten, dus het moet lekker zijn, fruitig en pakklaar in de koelkast staan. Dit gerecht kan ik voor een paar dagen vooruit maken.



Ik heb eenpersoonsschaaltjes gebruikt en de in het recept genoemde hoeveelheden en ingrediënten aangepast aan wat ik in huis had (ik had geen gedroogde appeltjes, dus dan maar verse).
Versgeplukte wilde bramen had ik!
Het originele recept vind je hier.

300 g bramen
1 eetl. dadelstroop
1 eetlepel sinaasappelsap + wat rasp van de schil
2 kleine bio appeltjes (ik had James Grieve), geschild en in kleine stukjes gesneden

voor de kruimellaag:
65 g amandelen, fijngehakt
50 g havervlokken
3 eetl. gesmolten kokosolie
3 eetl. rijststroop
snufje zout

Verwarm de oven tot 190 °C.
Doe de bramen en appelstukjes in een kom en meng met de stroop en sinaasappelsap en -rasp. Laat het even intrekken. 





Meng ondertussen in een andere kom de ingrediënten voor de kruimellaag.
Vet acht kleine ovenschaaltjes in met wat notenolie.



Schep de bramen in de schaaltjes. Verdeel het amandelmengsel over de bramen en zet de crumble ongeveer 20 minuten in de oven tot de kruimellaag goudbruin en knapperig is. 




Voor mij een prima ontbijt, als ik het weer maak voeg ik gewoon lijnzaadjes toe aan de kruimellaag.

Maar vanavond aten we het als toetje … met ‘fruit-ijs’ uit de Yonanas, (bevroren bananen, bramen en wat pure chocolade).


Wildplukken - braam en vlierbes

Afscheid van de zomer … vandaag nog één keertje - waarschijnlijk voor de laatste keer - bramen plukken, ik zag dat de vlierbessen goed waren en dus ook wat geplukt.

Of het nu door de crisis komt, of dat allerlei land- en buitenleven achtige tijdschriften er aandacht aan besteden, het valt me op dat het wildplukken toeneemt.


Met de schrik nog in het lijf over op internet rondgaande verhalen over -wel of niet waar- fikse bekeuringen aan bramenplukkende oma's met kleinkinders ben ik nog voorzichtiger dan anders en kijk regelmatig steels om me heen.

Ik ben van mening dat als je wildplukt het eigenlijk niet te zien moet zijn dat je daar geweest bent. Natuurlijk ontkom ik er niet aan om soms wat brandnetels en kleefkruid plat te trappen om bij de braamstruiken te komen. 

Maar vandaag keek ik verbijsterd naar wat men aangericht heeft op de plek waar ik meestal pluk. Hele takken van de voorste bramen zijn platgetrapt, wat zeg ik: halve struiken liggen plat op de grond, hele inhammen veroorzaakt.
Rücksichtslos een weg banen naar achterin hangende bramen, terwijl er genoeg aan de buitenkant te plukken valt. Jammer hoor.

Zo verziekt men het weer voor de bescheiden plukkers. Misschien ligt hier een nieuwe taak voor de bekeurende koddebeiertjes: voorlichting geven, plukken mag … maar slopen niet. Pluk niet meer dan je nodig hebt voor wat lekkere potjes jam voor eigen gebruik met het uitgangspunt: waar je niet makkelijk bij kan is voor de vogels.

Ik pluk al langswandelend met gemak nog een kleine kilo bramen zonder dat ik er ook maar een tak voor hoef te slopen. Vlierbessen verzamelen kost wat meer tijd, op ooghoogte zijn de meeste trossen al weg, maar ook hier lukt het me toch nog een tasje te vullen, zonder dat ik takken hoef te breken of andere moeilijke fratsen moet uithalen om er bij te komen.



Thuisgekomen maak ik de bramen schoon en ris de vlierbesjes. Dat is altijd een heerlijk rustgevend werkje.
Ik hou een half pond bramen apart voor een plantaardig ontbijtgerecht of zo je wilt een nagerecht (link volgt), de rest gaat samen met de vlierbessen in de jam, ongeveer hetzelfde recept als in 2011 en 2012.




maandag 2 september 2013

Pruimen in de alcohol

Van een vriend uit Groningen kreeg ik deze pruimpjes mee. Hij dacht sleedoorn. Ik twijfelde, want die kende ik als kleinere vruchten en donkerder van kleur. Vorig jaar had ik sleedoornlikeur gemaakt.


Bij speuren op internet ging er een hele pruimenwereld voor me open.

Behalve de sleedoorn, bestaan er nog allerlei botanische soorten, zo kwam ik ‘belzen’ en ‘kroosjes’ tegen. Om het nog ingewikkelder te maken bestaan er toch grootvruchtige sleedoorns, allerlei kruisingen en tussenvormen. Ook de term Boerenpruimen kwam ik tegen.


Hier vond ik leuke info.

Thuisgekomen heb ik m'n Groningse Prunus Huppeldepup gewassen en geproefd, vrij zuur met het vruchtvlees stevig aan de pit vast. Ik vermoed dat ze nog niet helemaal rijp waren, dus ik besloot er een soort likeur van te maken


Ik heb deze hoeveelheid, iets meer dan 600 gram, met een dikke naald rondom ingeprikt en
verdeeld over twee flessen.

Per fles voegde ik nog toe:
150 g rietsuiker
een halve liter jenever
1 kaneelstokje
1 steranijs
1 laurierblad
10 rode peperbesjes


Donker wegzetten en twee wekenlang dagelijks schudden, daarna zo nu en dan nog eens schudden en minstens drie maanden laten staan. Later heb ik voor een mooier kleurtje nog wat wilde bramen toegevoegd.


Het is meer een kruidenbittertje geworden dan een likeur, en smaakt heerlijk!